Hoefbevangen
Een paard dat hoefbevangen is heeft een stofwisselingsstoornis welke leidt tot een vochtuittreding ter hoogte van de lederhuid in de hoef. Dit vocht hoopt zich op onder de hoorn van de hoef waardoor alle zenuwuiteinden klem komen te zitten en wat voor een onverdraagbare pijn zorgt.
Bovendien kan als gevolg van de zwelling de hoeflederhuid losraken van de hoornwand waardoor kanteling van het hoefbeen optreed: de pees die het hoefbeen doet buigen gaat harder aan het hoefbeen trekken dan de beenstrekker.
De oorzaak hiervan kan komen door;
-Een te veel aan koolhydraten, eiwitten en suikers eten.
-Een plotselinge rantsoen verandering.
-Ontstekingen in het lichaam die in de bloedbaan terecht komen.
-Te veel aan medicijnen.
-Overgewicht.
-Het te veel drinken van koud water na het leveren van een zware inspanning. Deze beïnvloeden de samenstelling van de bacteriën in de darmen, zodat bacteriën en gifstoffen in het bloed terecht komen.
Behandeling
Het paard wordt onmiddellijk stilgezet op een zachte ondergrond, zodat het kan gaan liggen. De hoeven worden nat gehouden wat de pijn verzacht door de tegendruk.
Het voer moet direct geminimaliseerd worden op alleen hooi, absoluut geen krachtvoer geven!.
Het paard krijgt medicijnen met ontstekingsremmers en pijnstillers. Ook wordt/kan er een middel gegeven dat de bloedsomloop in de ondervoet bevorderd en stolling tegen gaat.
Voorkom dit door;
-Je paard naar zijn behoefte te voeren en geef een paard niet meer dan hij nodig heeft.
- Houd een sober paard ook sober.
- Zorg dat je paard voldoende beweging heeft, zodat het eten ook verbrand wordt.
- Zorg dat je paard niet te snel te veel water kan drinken na een zware arbeid.
- Geef je paard niet te veel medicijnen.
- Overbelast je paard niet.
- Verander niet plotseling van voer.
- En zorg dat je paard in een goede conditie is en zeker niet in overconditie.
Al met al houd rekening met je paard en zijn behoeftes. Onze Shetlanders krijgen b.v alleen maar hooi en nooit krachtvoer, zo af en toe wat wortels maar geen krachtvoer.